De innovatiemanager als snelbinder van de organisatie- Koning Willem I college
Josee Bours, Georgia Vasilaras Iedereen vindt op zijn stoel een boekje en drie gekleurde velletjes. Kleur bekennen is de opdracht: Ben je lijnmanager, collegelid of stafmedewerker. De stafmedewerkers zijn verreweg in de meerderheid. (Is een collegelid trouwens geen lijnmanager??) innovatie heeft een kop, romp en staart kop - missie en visie helder, doelen helder/concreet/meetbaar, condities helder, innovatiestrategie, eigenaarschap + draagvlak, deskundigheid romp- innovatiebasis, expliciet leren, verbinding staart - resultaten meten, transfer borgen Het speelveeld van de innovatiemanager: -onderwijsinnovatie -personeelsontwikkeling -organisatieontwikkeling -onderzoek(ende houding) drie vragen worden voorgelezen 1. Is innovatie in uw organisatie aan een rol/persoon/geleding gekoppeld? 2. Hoe is die gepositioneerd? 3. Welk onderdeel van de vier bovengenoemde onderwerpen heeft de focus? Opgemerkt wordt, dat innovatie in de portefeuille van het management zou moeten zitten. Ik denk dat dat waar is. Maar ontstaat innovatie wel in het management? Ontstaat het niet in de teams? De verantwoordelijkheid van de invoering van een innovatie blijft bij de docent. Een innovatiemanager kan alleen aanjagen. Misschien is er een verschil tussen innovatie en implementatie. Innovatie onstaat. Als je het wilt gaan doen in je organisatie wordt dat geimplementeerd. En je moet kiezen. Allerlei innovaties kunnen ontstaan. Niet alles wil je breed in de organisatie toepassen. Docenten worden eigenlijk niet gehoord en de input van onze deelnemers is er al helemaal niet... Iemand haalt de volgende definitie aan: Innovatie is de succesvolle implementatie van een verandering die leidt tot een reductie van de kosten (van kalfshoven) Je kunt een te implementeren probleem analyseren aan de hand van vier stappen: 1. Diagnose: probleemdefinitie: Welk probleem wil je oplossen? 2. Interventie ontwerpen: wat zijn positieve en negatieve kenmerken van de gekozen interventie 3. Randvoorwaarden creeren: is er een goede balans tussen voorschrijven en regelruimte? 4. Testen/evaluatie: Wat is het effecht? Wat werkt wel, wat werkt niet? Hoe tevreden zijn we over de interventie? Deze vragen kunnen veel licht werpen op een verandering die je in een organisatie wilt doorvoeren. Of de gekozen maatregel (interventie) wel past bij het probleem. Een kind heeft zowel liefde als sturing nodig (van beide heel veel), ontbreekt er eentje, is er sprake van verwaarlozing... En dit geldt ook voor organisaties (mensen!!). Een manager moet zijn team aandacht en vertrouwen geven, maar ook sturing. Er is in het onderwijs vaak te weinig aandacht voor het menselijk kapitaal. De afstand is te groot. Ik blijf met de volgende vraag zitten: Gaat het over het binnenbrengen van de innovatie (de regiefunctie) of over de implementatie van de innovatie. Of gaat het overal over? De regie kan natuurlijk best door een staffunctionaris (als ikzelf?) worden gedaan. Implementeren gaat toch vooral via de lijn. Via belangrijk vinden en aandacht geven. Toch?
Primaire voorwaarde voor geslaagde onderwijsinnovatie is dat je mensen hebt die of kunnen innoveren of een innovatie kunnen doorgronden en vertalen naar de dagelijkse onderwijspraktijk. Innovatie begint dus bij goed personeelsbeleid en -management. Of de verantwoordelijkheid voor monitoring, facilitering e.d. vervolgens bij een staf- of lijnmanager komt te liggen is niet zo belangrijk. Als er maar mandaat is.
Een reactie posten
<< Startpagina